Tel: 052/47 33 06
Fax: 052/47 41 27
Meulenbroekstraat 5
9220 Hamme
info@dap-simardboeykens.be

Gynaecologie

De drachtduur bij de hond bedraagt gemiddeld 63 dagen vanaf het moment van bevruchting, bij de kat is dit gemiddeld 65 dagen.

De drachtduur bij de hond bedraagt gemiddeld 63 dagen vanaf het moment van bevruchting, bij de kat is dit gemiddeld 65 dagen.

Dracht- en partusbegeleiding

Ons team staat klaar om u en uw huisdier voor, tijdens én na de bevalling te helpen waar nodig. Aarzel dan ook niet ons te contacteren wanneer u vragen hebt omtrent de dracht van uw huisdier.

Vaginaal uitstrijkje

Een vaginaal uitstrijkje wordt verkregen door met een steriel wattenstaafje aan de binnenzijde van de vagina cellen te verzamelen. Dit wordt dan op een glaasje uitgesmeerd en na drogen gekleurd. Zo kan de dierenarts meer informatie verkrijgen over onder andere de loopsheid of een eventuele ontsteking. 


Progesteronbepaling

Progesteron (P4) is een belangrijke parameter om het ideale moment van dekking bij honden vast te stellen. Dankzij een bloedafname bij de teef kan het moment van de ovulatie (eisprong) vrij accuraat worden voorspeld door de progesteronwaarde te evalueren. Zo voorkomt u onnodige verplaatsingen wanneer de reu niet in buurt van de teef woont en bent u zeker dat de teef wordt gedekt tijdens de fertiele periode.

Is de teef loops? Laat dan op ten laatste op dag 5-7 na de start van de vaginale bloedingen de progesteronwaarde bepalen. 


Drachtdiagnose

Na een dekking of kunstmatige inseminatie wilt u natuurlijk zo snel mogelijk weten of alles goed is voorlopen. Er zijn verschillende mogelijkheden om een dracht te bevestigen:

  • Relaxine test: het hormoon rilexine wordt vooral door de placenta geproduceerd en kan in theorie vanaf dag 20 worden gemeten. Echter, vals negatieve resultaten zijn mogelijk.
  • Echografie: vanaf dag 20 kunnen de eerste tekenen echografisch worden waargenomen. Idealiter wordt er ongeveer een maand na de dekking een echografie uitgevoerd. 
  • Röntgenfoto (RX): vanaf dag 45 treedt de verbening op van het foetaal skelet. Op het einde van de dracht kunnen we door middel van twee röntgenfoto’s het aantal te verwachten pups vrij nauwkeurig bepalen. Daarnaast kunnen we ook de grootte van de pups vergelijken met de bekkeningang om zo het risico op partusproblemen in te schatten.

Ongewenste dekking? Neem dan zo snel mogelijk contact op!



Katten en hun bloedgroep!

Katten kunnen net als mensen natuurlijk antistoffen hebben tegen een vreemde bloedgroep. Bij katten kunnen we drie bloedgroepen onderscheiden:

  • Bloedgroep A: gevormd door het genenpaar A/A, A/AB of A/B, waarbij de eigenschappen van A de eigenschappen van AB of B  onderdrukken.
  • Bloedgroep AB: gevormd door het genenpaar AB/AB of AB/B, waarbij de eigenschappen van AB de eigenschappen van B onderdrukt. 
  • Bloedgroep B: gevormd door het genenpaar B/B.

Feline Neonatale Iso-Erytrolyse

Deze aandoening komt voor bij pasgeboren kittens die met bloedgroep A zijn geboren, afkomstig uit een moeder met bloedgroep B en een vader met A of AB. Katten met bloedgroep B hebben antistoffen tegen A en die anti-A antistoffen zorgen voor de afbraak van de rode bloedcellen van het kitten! Tijdens de dracht gebeurt dit niet omdat de placenta van de kat geen antistoffen doorlaat. MAAR, kort na de geboorte kunnen de antistoffen van kattin voorkomen in het colostrum (de melk die de eerste 24u wordt geproduceerd).
Gevolg: deze anti-A antistoffen gaan de rode bloedcellen van het kitten aanvallen met bloedarmoede en sterfte tot gevolg. Het is van groot belang de bloedgroep van de ouderdieren te bepalen alvorens te kweken! Het wordt daarom ten sterkste afgeraden om te kweken met een kattin met bloedgroep B én een kater met bloedgroep A of AB!!

Meer info: Neonatale iso-erytrolyse bij de kat (VDT, 2013)



Verplichte sterilisatie en castratie van katten in België

Elke kat geboren na 31 maart 2018 moet verplicht gecastreerd of gesteriliseerd zijn ten laatste op 5 maanden ouderdom of bij verkoop of weggeven! Dit geldt niet als de kat wordt verkocht aan een erkende kattenkweker (HK-nummer) of wordt geëxporteerd. Als uw kat uit het buitenland komt en nog niet gesteriliseerd of gecastreerd is, dan moet dit gebeuren voor de kat 5 maanden oud is of, als de kat al ouder is dan 5 maand, binnen de 30 dagen na aankomst. 

Bron: Vlaamse overheid - Dierenwelzijn

 

Wij gebruiken cookies voor een optimale gebruikerservaring.